Veugeltjes vangen
In 2004 schreven Henk van Rijswijk en Karel Hermans alles op wat zij wisten over een verdwenen liefhebberij: veugeltjes vangen. En dat was nogal wat. Niet verwonderlijk, want hullieje pa Joanus Hermans was in Goirle een bekende vanger; laat Karel nou ook nog trouwen met een dochter van Joan Bosch, de beste kneutervanger van zijn tijd. Henk was in die tijd regelmatig te vinden op een vinkenslag in België. Het verhaal gaat dat deze vangers oan de slag van een vink konne heure of ie ùt Gôôl kwaam of van de Choamse Maast. Het resultaat is een geïllustreerd naslagwerk over wildzangvogels, vangmethodes, beroemde vangers, vogelzangconcoursen, de Vogelwet van 1936 en de confrontaties met de politie en justitie.
Alle vangers kwamen vroeg of laat in aanraking met justitie. In 'Veugeltjes vangen' komen niet alleen vangers aan het woord, maar ook de veldwachters die dag en nacht in touw waren om stropers op heterdaad te betrappen.
Beroemde vangers
V.l.n.r.: Kees Bekkers en Joan Bosch uit Tilburg, Joanus Hermans uit Goirle en Dré Jonkers uit Aarle (B.)
Een beproefde methode bij het veugeltjes vangen was het gebruik van lijmpijlen. Dit konden met lijm ingesmeerde bunthalmen zijn, maar ook roestige hevels uit de textielindustrie: onderdelen van een weefgetouw voor het omhoog en omlaag bewegen van de kettingdraden. In Tilburg en omgeving waren daar miljoenen van aanwezig. Nog vòòr zonsopgang werden deze lijmpijlen schuin en haaks op elkaar gestoken op een plaats die vooraf was geprepareerd met lokzaad. Een andere methode, vooral geschikt voor het vangen van sijsjes, was het vangen met een lijmpijl aan het uiteinde van een visroei ('sijsjes tikken').